Sabbat: een gelovig protest
Nog niet zo lang geleden was ik opnieuw bezig met het thema sabbat. Door God zelf ingesteld – niet als last, maar als cadeau. Een cadeau voor de mensheid. Voor jou en voor mij. Een cadeau met een doel.
Simpel gezegd is sabbat bedoeld om tijd te hebben. Tijd om te ademen, te genieten, te aanbidden. Om in relatie te zijn met God en Zijn Zoon Jezus. Relaxed. Aandachtig. Aanwezig.
Helemaal aan het begin van de Bijbel kom je sabbat al tegen. Een dag waarop God zelf rust – stopt – met Zijn werk (Genesis 2:1). Een goddelijk begin van relatie, stoppen en genieten.
Later, in Exodus 16, zien we sabbat opnieuw. Het volk Israël is net bevrijd uit Egypte en loopt als vrij volk door de woestijn. Een droge plek – maar God zorgt. Hij voorziet in voedsel, in water. Hij laat Zich zien als de God die voorziet.
En dan… sabbat. Een rustmoment dat God geeft aan een volk dat niet anders kende dan slavernij. Altijd werken om te overleven. En nu? Nu mogen ze leven vanuit genade. Ontvangen in plaats van verdienen. Dat moet wennen zijn geweest.
En dat zie je. Sommigen graaien naar meer manna. Ze proberen het op te slaan voor morgen – je weet maar nooit. Zou God dan ook nog voorzien? Kun je dat risico nemen?
In de kern gaat het om vertrouwen. Geloof. Geloven ze dat God genoeg is – ook voor morgen
Ik moet eerlijk zeggen: ik herken dat. Misschien jij ook wel. Natuurlijk noemen we het anders – we noemen het ‘verstandig’ zijn, of ‘verantwoordelijkheid nemen’. Maar onder de oppervlakte? Zit daar soms niet gewoon ongeloof? Een diepgeworteld gevoel dat het uiteindelijk toch van mij afhangt?
En dan sluipt het erin. Dat we blijven werken. Doorgaan. Verzamelen. Dingen doen die op zichzelf goed zijn – maar die voortkomen uit onrust, en niet uit vertrouwen. Een slavenmentaliteit, vermomd als ijver. Iemand zei eens:
“De slaaf uit Egypte krijgen is 1 ding, maar Egypte uit de slaaf krijgen is iets heel anders..”
Zo waar! En niet alleen toen. Ook nu nog.
Voor mij is sabbat een protest. Een heilig stil moment waarin ik alles even neerleg. Niet omdat er niets te doen is – maar omdat ik vertrouw. Omdat ik wil rusten in een God die voorziet.